Het belang van testen op de Ketentestomgeving
Op 1 april 2019 gaat het berichtenverkeer iWmo en iJw over op versie 2.3. In deze nieuwe release zitten wijzigingen die het gebruik van regieberichten verduidelijken en aanscherpen, declaratie- en facturatieberichten harmoniseren met de overige berichten en een aantal kleine verbeteringen ten opzichte van de vorige versie. Binnen de keten van iSociaal Domein is er jaarlijks een release zoals deze en vanaf de XML 2.1 release begin 2017 is de ketentestomgeving (KTO) ter beschikking gesteld om de impact van dit soort releases binnen de volledige keten te kunnen testen.
Veelvuldig testen voor livegang loont
Het succes van het implementeren van een nieuwe versie van het berichtenverkeer zit hem in het feit dat alle schakels goed functioneren. Vandaar dat een stabiele KTO vooral voor gemeenten, zorgaanbieders en hun softwareleveranciers belangrijk is,” aldus Annemarie Smid, Releasemanager ISD keten van het ketenbureau iSociaal Domein. De implementatie van een dergelijke release vergt flink wat voorbereiding van alle partners binnen de keten. De release wordt dus nu altijd eerst geïnstalleerd op de ketentestomgeving zodat ketenpartners ruim de tijd hebben om de werking van de release op hun eigen systemen te testen en te kijken wat er goed of fout gaat voordat de release daadwerkelijk ‘live’ gaat.
“We merken hier dat gemeenten die testen op de ketentestomgeving de implementaties van releases makkelijker doormaken: ze weten wat ze kunnen verwachten en hebben eventuele fouten vroegtijdig kunnen signaleren waardoor ze daar ook op tijd actie op hebben kunnen ondernemen.” aldus Ilse van ’t Hof, Accountmanager bij het Inlichtingenbureau. “Dit zorgt voor een soepele overgang zonder zorgen.”
De berichtenstraat onderhouden is teamwork
Voordat een nieuwe release op de KTO wordt uitgerold, is deze uitgebreid getest. Het grote werk wordt uitgevoerd door IB en VECOZO: installaties, updates en de acceptatie- en technische testen. Het team van Releasemanagement van het ISD Ketenbureau zorgt voor de overall planning en ziet er op toe dat het testproces op een uniforme manier is vastgelegd en uitgevoerd. Annemarie: “Daarnaast kijken we ook inhoudelijk mee. Zo zorgen we er samen voor dat de berichtenstraat in goede staat is en blijft. En dat is natuurlijk ontzettend belangrijk: deze berichtenstraat verbindt gemeente en zorgaanbieder.”
Ook Justin van Someren en René Doorakkers, Functioneel beheerders bij VECOZO zien het nut van de KTO maar al te goed in. “Het is goed dat er op de KTO end-to-end kan worden getest. Wanneer er eenzijdig getest wordt mis je fouten: een bericht indienen bij VECOZO wil nog niet zeggen dat het Inlichtingenbureau dit bericht ook daadwerkelijk kan verwerken.”
De voordelen van testen
De partijen die testen op de KTO zijn in het voordeel: zij maken er goed gebruik van en zien ook zeker de voordelen van het testen. Maar het kan volgens Justin en René nog veel beter: “Om goed te kunnen testen moeten er testkoppels gevormd worden. Gemeenten en zorgaanbieders hebben elkaar nodig om de tests op de KTO goed uit te voeren. Echter zijn er nog te weinig partijen die testen op de KTO waardoor het soms moeilijk is om deze koppels te vormen.”
Juist om deze reden is het ontzettend belangrijk om de KTO en het testen onder de aandacht te brengen. “Het is goed om zoveel mogelijk partners te hebben die kunnen testen op de KTO.” zegt Ilse. “Niet alleen help je de volledige keten door het testen van releases, daarnaast ben je zelf ook in het voordeel door te testen: je weet wat je kan verwachten als die release straks daadwerkelijk geïmplementeerd wordt.” Annemarie onderschrijft dit, al ziet zij het wel positief in: “In het afgelopen jaar zijn steeds meer partijen toegetreden tot de KTO en ook dit jaar hebben we ervoor gezorgd dat de release zo vroeg mogelijk op de KTO staat zodat iedereen voldoende gelegenheid heeft om te testen. De release is vanaf 21 januari beschikbaar op de KTO. Ik wil dan ook iedereen oproepen om hier optimaal gebruik van te maken.”
“ Het is goed om zoveel mogelijk partners te hebben die kunnen testen op de KTO.”