Een samenloop van regelingen pakt voor een groep alleenverdieners met een combinatie van inkomstenbronnen nadelig uit. Daardoor ontvangen zij minder huur- en zorgtoeslag dan wenselijk is. Als gevolg hiervan hebben zij een lager besteedbaar inkomen dan een vergelijkbaar huishouden met een volledige bijstandsuitkering en ligt dit inkomen onder het bestaansminimum (bijstandsnorm en maximale toeslagen). Omdat de oorzaak complex is, is er voor deze problematiek voorlopig nog geen structurele oplossing.
Aan gemeenten is gevraagd om deze huishoudens, die onbedoeld een lager inkomen hebben dan het bijstandsniveau, ondersteuning te bieden via de individuele bijzondere bijstand.
Hoe werkt het?
De Belastingdienst en Dienst Toeslagen hebben de opdracht ontvangen om in kaart te brengen welke inwoners -vanwege de alleenverdienersproblematiek- een inkomen hebben lager dan het bestaansminimum.
Gemeenten kunnen de lijst met huishoudens die het betreft ontvangen via het Inlichtingenbureau. De gemeente zal op basis van de gegevens van het Inlichtingenbureau vervolgens zelf contact moeten leggen met deze burgers. (Zie hiervoor ook de handleiding van Stimulansz)
Wat moet ik doen?
Het Inlichtingenbureau heeft op 27 mei naar alle gemeenten en gemeenschappelijke regelingen een verwerkersovereenkomst en een opdracht formulier gestuurd. Na ondertekening van de verwerkers overeenkomst en het opdrachtformulier zal het Inlichtingenbureau namens de gemeente een verzoek indienen bij de belastingdienst om de betreffende alleenverdieners van de gemeente te leveren.
Let op: het betreft een eenmalige levering van gegevens. De formulieren moeten dus voor de sluitingsdatum van 30 juni binnen zijn bij het Inlichtingenbureau De lijst is vervolgens begin juli te downloaden op het gebruikersportaal van het Inlichtingenbureau.